Pluksla

Wat kunnen we vertellen over pluksla. Behalve dat er geen simpeler groente is om te kweken. Heel geschikt voor potten en bakken. Ook in een hanging basket aan een lantaarnpaal doet pluksla het goed. En dat is dan weer handig. Geen slak die daarbij komt. Doordat je pluksla in verschillende kleuren hebt, kan je er ook mooie combinaties mee maken.

Zaaien:
Pluksla kan van mei tot oktober buiten gekweekt worden. In de wintermaanden kan je ook pluksla van eigen oogst eten door binnen in potten te zaaien. Je kan de pluksla vrij dicht op elkaar zaaien (ca. 1 cm onderlinge afstand). Wordt het te druk, dan dun je de sla uit (en verwerk je die jonge blaadjes in een salade). Aan de bodem stelt pluksla niet veel eisen. Niet te nat en niet te droog, dat is alles. Om voor een continue aanvoer van pluksla te zorgen, kan je in potten voorzaaien. Als de oude planten geen oogst meer geven, kan je ze vervangen door nieuwe.

Verzorging:
Als de pluksla blaadjes heeft die zo’n 10 tot 15 cm lang zijn, kan je er van oogsten. Na 4 tot 6 weken is het al zover. Het is belangrijk dat je blijft oogsten (ook al heb je geen sla nodig). Doe je dat niet, dan schiet de sla door (vormt bloemen) en wordt hij oneetbaar.

Bedreigingen:
Er liggen een aantal bedreigingen op de loer. Allereerst slakken. Die houden wel van een jong blaadje. Je kan proberen de slakken om de tuin te leiden door sterk ruikende planten, zoals Afrikaantjes, rondom de sla te planten.
In droge periodes kan sla last krijgen van meeldauw. Het is dus zaak de kluit niet uit te laten drogen.